Paarse hokjes
Het is al weer een paar jaar geleden dat ik met iemand van leerplicht sprak over het moeizame gevoel dat ik had bij het onderwijs in mijn buurt en dat ik had opgedaan tijdens een aantal meeloopdagen op basisscholen in de ruime regio Zwolle. In mijn zoektocht naar een passende school voor mijn dochter had ik behalve dat kijkje in de keuken die dergelijke meeloopdagen me gaven ook veel gesprekken gevoerd met docenten en bestuursleden maar natuurlijk ook met talloze ouders die op schoolpleinen hun kroost stonden op te wachten.
“Ah, u bent een holist.” sprak de vertegenwoordiger van de Gemeente Zwolle.
Met enige verbazing vroeg ik naar de herkomst van dat label. Ik ben in mijn leven in veel hokjes gestopt, maar nog nooit in dat hokje. Ik probeerde de mevrouw te snappen, vroeg door en kreeg wat uitleg: “U verwerpt het systeem op basis van uw gevoel, zonder dat u een rationeel argument heeft. Dat maakt u een holist.”
Ik verwierp geen systeem, maar legde uit dat wat ik had meegemaakt niet past in mijn normen- en waardenmodel. Maar ruimte voor discussie was er niet: “U verwerpt de school, hebt geen rationele argumenten, wel een bepaald gevoel, dus u bent holist.” Zo makkelijk gaat dat labelen blijkbaar.
Ik vroeg haar naar muziek en wat het met haar deed. En daarna vroeg ik naar haar mening over een beeldje dat in onze vensterbank staat. Vervolgens bespraken we een schilderij aan de muur. Ze sprak honderduit en vooral het beeld en schilderij konden haar bekorten. Daarna oordeelde ik dat ook zij een holist is, want in geen beschouwing over muziek, het beeld of het schilderij kwam ze met een rationeel argument.
Dat zag ik verkeerd, want dit betrof een gesprek over niet-materiële zaken. Dat in tegenstelling tot onderwijs.
Dus niet-materiële zaken mag je beoordelen met gevoel, maar materiële zaken niet. Maar wie bepaalt dan wat materieel dan wel niet-materieel is?
Er volgde een uitleg over meetbaarheid. Kunst is niet meetbaar, onderwijs wel. Ze vond het een logisch verschil.
Ik vroeg of geluk meetbaar is.
“Nee.”
Ik vroeg of geluk een consequentie kan zijn van onderwijs?
“Natuurlijk.”
Dus ongeluk kan ook een consequentie zijn van onderwijs?
“Eh .. ja.”
Iemand kan dus een slecht gevoel hebben bij onderwijs?
“Nou, eh … tja, lastig.”
Hoe kan een niet-meetbaar resultaat dan een consequentie zijn van iets meetbaars? En hoe geef je dat dan weer? Anders gezegd: hoe vertaal je het één dan naar het ander? Het is immers zoiets als het optellen van breuken of van gewicht en inhoud. Allemaal prima op te tellen, maar je moet wel dat bruggetje maken. Ik vroeg haar naar die uitleg.
Dat zou teveel tijd kosten, dus einde gesprek. Ik verliet het stadskantoor en puzzelde in mijn hoofd dagenlang over die meetbaarheid in relatie tot een gevoel en zocht naar argumenten voor die vertaling.
Een paar dagen later viel er een brief van de gemeente op de deurmat: die bevestigde dat ze me in het hokje ‘holisme’ geplaatst hadden en wat ze daarvan vonden.
Ik liet het voor wat het was en accepteerde daarmee de hokjesgeest van die bekrompen (inhuur-)medewerker.
Met de kennis van nu, opgedaan in 5 rechtszaken die de consequentie waren van die brief had ik dat 4 jaar terug natuurlijk nooit moeten accepteren. Dat had het justitioneel apparaat vast ook fijner gevonden, want het is voor dat overbelaste instituut ook geen pretje om je met dit soort zaken bezig te moeten houden.